Skip to main content

Bouwen aan de Zorg

MontLégia ziekenhuis

Magazine / Nr 02 2020 / Luik verwelkomt MontLégia-ziekenhuis

LUIK VERWELKOMT MONTLÉGIA-ZIEKENHUIS

HEALING ENVIRONMENT OP VOORMALIGE MIJNSITE

Op de omvangrijke site van een voormalige steenkoolmijn, gelegen op één van de vele heuvels rond Luik, groepeert MontLégia de activiteiten van drie Luikse ziekenhuizen van de CHC-groep. Het imposante zorgcomplex is het nieuwe boegbeeld van een randstedelijk gebied dat al plaats bood aan een woonzorgcentrum en dat op termijn ook een bedrijventerrein, gebouwen (kantoren, labo’s en cleanrooms voor biotechnologiebedrijven), de hoofdzetel van CHC, een ecowijk en verschillende gemengde projecten zal huisvesten. Met meer dan zevenhonderd klassieke ziekenhuisbedden en een dagziekenhuis voor een honderdtal patiënten heeft MontLégia ongeveer dezelfde medische capaciteit als de twee andere grote ziekenhuiscomplexen in de Luikse regio (CHU Sart-Tilman en CHR Citadelle). Dit knap staaltje zorgarchitectuur werd gerealiseerd door tientallen bedrijven, waaronder enkele van de grootste bouwondernemingen van België.

Het ambitieuze MontLégia-project, een ontwerp van Assar Architects in samenwerking met artau architectures, is een schoolvoorbeeld van een vooruitstrevende realisatie die het rijke potentieel van een troosteloos industrieel niemandsland opnieuw weet te verzilveren. De restanten van de steenkoolmijn van Patience & Beaujonc, die al in 1929 de boeken neerlegde, waren lang een doorn in het oog van de fiere Luikenaars. Tot de directie van CHC besloot om er drie stedelijke ziekenhuizen (Saint-Joseph, Espérance en Saint-Vincent) samen te voegen tot één hedendaagse ‘healing environment’. “Een nieuw ziekenhuis bouwen bood ons de beste garanties op het vlak van toegankelijkheid en comfort – niet alleen voor de patiënten, maar ook voor de zorgverleners. In MontLégia kunnen we de strategische lijnen voor de komende dertig à veertig jaar uitzetten, meer bepaald door de synergie tussen de verschillende medische disciplines te vergroten”, klinkt het bij CHC.

Pierre Maurice Wéry, architect-vennoot bij Assar: “CHC had twee belangrijke eisen: de ‘moeder-kindvleugel’ scheiden van het ‘volwassenengedeelte’ en de ziekenhuisopname naast de medisch-technische diensten vestigen. Om hier maximaal aan tegemoet te komen, hebben we deze functies ondergebracht in verschillende van elkaar losgekoppelde blokken en hebben we de ruimtelijke indeling geënt op het concept van een ‘zorgstraat’ die alle zorg­eenheden en medisch-technische diensten met ­elkaar verbindt. Zo konden we de verschillende circulatiestromen in het ziekenhuis meteen ook op een efficiënte manier van elkaar scheiden.”

SMELTKROES VAN TALENT

Om omvangrijke projecten zoals MontLégia tot een goed einde te kunnen brengen, moeten er in de schoot van het ontwerpteam verschillende talenten en specialisaties samen­gevoegd worden. De projectmanager van Assar waakte over de algemene esthetiek en de architecturale coherentie, gespecialiseerde ziekenhuisarchitecten maakten gebruik van hun zorgexpertise, technische ontwerpers bogen zich over specifieke gebouwonderdelen (gevels, luifels …) en uitvoerende architecten hielden een oogje in het zeil op de werf.

Wéry: “De filosofie van Assar is om elk project in teamverband te realiseren. Door verschillende invalshoeken te hanteren, zorgen we ervoor dat het eindresultaat in visueel opzicht overeenstemt met het oorspronkelijke ontwerp en dat het ziekenhuis conceptueel gezien inspeelt op de wensen van de bouwheer. Ons werk is pas geslaagd als het onzichtbaar is voor gebruikers die door het gebouw wandelen. Complexiteit logisch en natuurlijk laten ogen: dat is de uitdaging!”

“Geen performant ziekenhuis zonder toegespitste zorgarchitectuur”, vult projectleider Alwin Fable aan. “We hebben bijvoorbeeld een grote impact op de algemene hygiëne en dragen in dat opzicht dus een belangrijke verantwoordelijkheid. Nadat we de medische dimensie van het project op punt gesteld hadden, hebben we aandacht besteed aan het comfort van de patiënten, het naleven van de bestaande normen en de scheiding van de verschillende circulatiestromen. Door al deze criteria optimaal met elkaar te verzoenen, zijn we erin geslaagd om een aangename omgeving te creëren voor ­patiënten, die ook nog eens erg gebruiks­vriendelijk is voor het medisch personeel.”

KAMERS MET HOTELGEVOEL

Ook op het energieverbruik keken de architecten nauwgezet toe. “De witte vleugels, die plaats bieden aan de ziekenhuiskamers, zijn lage-energiegebouwen”, vertelt Fable. “Ze zijn ingepakt met een dikke laag isolatie, aangebracht op een aluminiumstructuur, en bekleed met keramische gevelpanelen. De energie­consumptie van het medisch-technische blok en de operatieafdelingen ligt echter een pak hoger. Het was dan ook onmogelijk om die gebouwen passief te maken.”

Opvallend is dat het merendeel van de 24 operatiezalen baadt in het natuurlijk licht. “De compacte en comfortabele kamers moeten bovendien een echt ‘hotelgevoel’ uitstralen”, zegt Wéry. “We hebben ons laten bijstaan door ontwerpers die gespecialiseerd zijn in die materie.” De ziekenhuiskamers zijn bovendien uitgerust met brede ramen, die lagere borst­weringen en lateien hebben dan gewoonlijk. “We hebben het gevelgrid ‘verlaagd’, zodat patiënten een onbelemmerd uitzicht hebben op de buitenwereld, en dus niet alleen op de voorbijdrijvende wolken. Zo hebben we meteen ook de rechtstreekse bezonning beperkt, waardoor het ­risico op oververhitting eveneens gereduceerd is. Dit maakt ook dat er geen nood was aan buitenscreens of extra ventilatieroosters.”

BOUWKUNDIGE UITDAGINGEN

Het was geen sinecure om een ‘mastodont’ als MontLégia op te trekken op een gehavend terrein dat in het verleden bezaaid was met mijnschachten en allerlei ophogingen. Er zijn maar liefst 2.300 palen in de grond geheid om de stabiliteit van het gebouw te verzekeren. Een tweede belangrijke uitdaging schuilde in het feit dat de architecten teams van drie zieken­huizen met verschillende werkmethodes op één lijn moesten krijgen. “Het heeft bloed, zweet en tranen gekost om een gemeenschappelijke visie uit te dokteren. Als architect kun je een cruciale rol spelen in dit proces, waarbij het expliciet de bedoeling was om waardevolle ­synergieën tot stand te brengen. We zijn blij dat dit uiteindelijk gelukt is”, aldus Fable.

“Problemen en uitdagingen zijn eigen aan elk bouwproject”, besluit Wéry. “Het komt er alleen op aan om alle mogelijke vraagstukken doordacht en grondig aan te pakken, in de wetenschap dat de ‘klant’ niet zozeer de bouwheer is, maar eerder het gebouw zelf. Als iedereen dit voor ogen houdt en alle neuzen in dezelfde richting wijzen, zal de kwaliteit van het project er wel bij varen. MontLégia is daar het levende bewijs van….”

Tekst | Michel Charlier en Tim Janssens Beeld | Marc Detiffe

FEITEN EN CIJFERS

71 kinderbedden in verschillende maten en uitvoeringen

De kinderbedden in het nieuwe MontLégia-ziekenhuis zijn geleverd door Oostwoud. De Nederlandse fabrikant, die zich toespitst op medisch meubilair, garderobe- en postkastsystemen, deed hiervoor een beroep op Sterimed, dat al ettelijke jaren optreedt als handelsagent op de Belgische markt. “We hebben in totaal 71 Sinne-bêdsjes geleverd, zowel in groot als in klein formaat: 66 standaardbedden voor de afdeling pediatrie en vijf High Care-bedden voor de pediatrische intensieve zorgen”, vertelt Ludwig Stevens, zaakvoerder bij Sterimed.

“Eén van de voornaamste troeven van het tweezijdig bedienbaar Sinne-bêdsje is dat je de onrusthekken schuin naar beneden kunt kantelen, zodat ze automatisch onder het ligvlak terechtkomen en dus niet op de knieën of voeten van het verplegend personeel kunnen vallen. Een tweede belangrijk voordeel van dit gepatenteerde kantelmechanisme is dat je slechts één hand nodig hebt om een onrusthek te openen. Aangezien de hekken schuin onder het ligvlak kantelen, kunnen verpleegkundigen bovendien dichter bij het bed staan, waardoor ze ergonomischer kunnen werken. Ook voor de ouders is het op die manier een stuk eenvoudiger om hun kind vast te houden of in slaap te wiegen.”

“Dat de Sinne-bêdsjes voorzien zijn van centrale wielvergrendeling en dat heel het frame meebeweegt als je het ligvlak verhoogt of verlaagt, draagt eveneens bij aan de veiligheid en ongeëvenaarde functionaliteit. De hoogte van de onrusthekken blijft steevast dezelfde: 80 centimeter – dus meer dan de huidige Europese normering voorschrijft! Tot slot kun je de Sinne-bêdsjes makkelijk inpassen in het esthetische concept van een ziekenhuisafdeling, want Oostwoud kan ze uitvoeren in alle mogelijke RAL-kleuren. De High Care-bedden hebben extra opties (onder meer een CPR-reanimatiefunctie), zijn elektrisch verstelbaar en hebben een tweedelig ligvlak, zodat kwetsbare kinderen nog beter ondersteund en gepositioneerd kunnen worden.”

Contact

CONTACTEER ONS

Contacteer ons zodat we u beter en persoonlijk verder kunnen helpen.
Sterimed
Biesenakkers 1
3770 Riemst
BE0862.447.784
Telefoon: 0032 (0)12 213 313
E-mail: info@sterimed.be

Uw contactpersoon:

Woonzorgcentra in Oost- en West-Vlaanderen, Brussel en Wallonïe
Ziekenhuizen in Belgïe en het Groot-Hertogdom Luxemburg
Dhr. Ludwig Stevens
GSM nummer: 0032 (0)473 34 64 55

Woonzorgcentra in Limburg, Antwerpen en Vlaams-Brabant
Dhr. Aaron Poosen
GSM nummer: 0032 (0)473 32 37 16

Woonzorgcentra in Oost- en West-Vlaanderen
Mevr. Magali Van der Motten
GSM nummer: 0032 (0)470 56 58 32

    ja, ik meld me graag aanNee, ik wil geen nieuwsbrief